Je hebt net gevoed en toch wordt je baby onrustig, trekt de beentjes op en hikt er af en toe op los. Er zit waarschijnlijk een boertje dwars. Veel ouders vragen zich af hoe je een baby het beste laat boeren en of het na elke voeding moet. In dit artikel leg ik duidelijk uit waarom boeren helpt, wanneer je het probeert, welke houdingen veilig en effectief zijn en wat je kunt doen om lucht inslikken te beperken. Ook lees je wat normaal is, wanneer je je huisarts of het consultatiebureau belt en krijg je praktische tips uit de praktijk.
Waarom is je baby laten boeren belangrijk
Bij drinken slikt je baby onbewust kleine beetjes lucht mee. Die lucht verzamelt zich in de maag en kan boven op de voeding komen te liggen. Dat geeft een vol of pijnlijk gevoel, waardoor je baby zich kan overstrekken, pruttelen of de voeding niet goed afmaakt. Een boertje is simpelweg het ontsnappen van dat gas. Komt het boertje eruit, dan ontstaat er weer ruimte in de maag en drinkt je baby vaak rustiger door of valt tevreden in slaap.
Een mondje terug hoort erbij. Kleine beetjes melk die meekomen met de lucht noemen we een natte boer. Zolang je baby goed groeit en alert is, is dat meestal geen reden tot zorg. Bij veel of krachtig spugen, slecht drinken of onrust die aanhoudt, is het verstandig om extra te letten op boeren en zo nodig je huisarts of het consultatiebureau te raadplegen.
Is boeren altijd nodig
Niet elke baby hoeft na elke voeding te boeren. Sommige kindjes slikken nauwelijks lucht in, zeker als de aanleg of de flessentechniek goed is en het drinken in een rustig tempo gaat. Je merkt een vastzittend boertje vaak aan onrust, wegdraaien van de borst of fles, hikjes of kleine geluidjes tussen het drinken door. Probeer in die gevallen even te pauzeren voor een boertje en ga daarna weer verder met voeden.
Valt je baby direct na de voeding in slaap, dan is dat meestal geen probleem. Je kunt hem of haar rustig rechtop tegen je aan houden en kort proberen te laten boeren. Soms komt het boertje vanzelf tijdens de slaap. Geef het een paar minuten de tijd. Lukt het niet, leg je baby dan veilig neer en probeer het bij de volgende voeding opnieuw.
Drie veilige en effectieve houdingen
Over je schouder
Houd je baby rechtop tegen je borst met het kinnetje op je schouder. Ondersteun de billen met je ene hand en de nek en schouders met je andere hand. Wrijf in rustige cirkels over de rug of klop heel zacht met een kommetje van je hand. Deze vorming van de hand dempt de aanraking en is comfortabeler voor je baby. Leg een spuugdoekje over je schouder om knoeien op te vangen.
Zittend op schoot
Zet je baby op je schoot, met het gezicht van je af, en laat het bovenlijfje iets voorover leunen. Ondersteun de borst en de kin voorzichtig zonder op de keel te drukken. Met je andere hand wrijf je langzaam omhoog over de rug of klop je zachtjes. Door de lichte vooroverhouding kan lucht gemakkelijker opstijgen.
Op je onderarm of buik over je schoot
Leg je baby op de buik op je onderarm of dwars over je schoot, met het hoofdje iets hoger dan de borst. Ondersteun het hoofd goed. Wrijf met vlakke, langzame bewegingen van onder naar boven. Deze houding werkt prettig bij pasgeborenen die zich snel overstrekken, omdat het buikje lichte druk krijgt waardoor lucht eenvoudiger vrijkomt.
Wanneer probeer je een boertje te laten komen
Bij borstvoeding
Veel borstgevoede baby’s slikken minder lucht in door de goede afsluiting rond de tepel. Toch kan tussendoor boeren fijn zijn als je baby onrustig drinkt, vaak loslaat of als jouw toeschietreflex krachtig is. Een logisch moment is tijdens het wisselen van borst en na afloop. Merk je dat je baby vooral in het begin gulzig drinkt, pauzeer dan even zodra het tempo zakt en probeer kort een boertje.
Bij flesvoeding
Bij een fles mengt lucht sneller met de voeding. Laat je baby daarom halverwege en na de voeding boeren. Kantel de fles zodanig dat de speen gevuld is met melk, zodat er minder lucht wordt meegezogen. Kies een speen die past bij de drinkkracht van je baby, want een te groot gat geeft onrustig drinken en meer lucht inslikken. Heb je vragen over hoeveelheden per leeftijd, bekijk dan dit overzicht voor extra houvast: hoeveel voeding baby.
Veelvoorkomende oorzaken van extra lucht
Beginnende drinktechniek speelt vaak een rol. Pasgeborenen leren zuigen, slikken en ademen op elkaar afstemmen. Gaat het te snel, dan hapt je baby makkelijker lucht mee. Ook een minder diepe aanleg of een speen die niet goed aansluit kan kleine belletjes in de mond laten. Verder kunnen een krachtige toeschietreflex of een te snelle doorstroom van de speen onrust en lucht inslikken uitlokken. Soms drinkt een hongerige baby simpelweg te gulzig, zeker na een langere slaap.
Tot slot kan het spijsverteringsstelsel in de eerste maanden nog wat onrijp reageren. Dat uit zich in winderigheid, hikjes en natte boertjes. Meestal verdwijnt dit vanzelf naarmate je baby ouder wordt en relaxter drinkt.
Handige tips om lucht inslikken te beperken
Met een paar kleine aanpassingen maak je het boeren minder nodig en verloopt de voeding rustiger. Kies wat bij jullie past en kijk vooral naar het gedrag van je baby als graadmeter.
-
Let op een diepe aanhap. Bij borstvoeding hoort meer tepelhof in de mond, bij flesvoeding gaat de speen tot de basis in de mond zodat er een goede afsluiting ontstaat.
-
Houd de fles zo dat de speen gevuld blijft met melk. Laat je baby in een prettige halfrechte houding drinken met goed hoofd en nek steun.
-
Roer poeder door warm water in plaats van schudden. Zo ontstaan minder luchtbellen in de voeding en is de structuur rustiger.
-
Kies een speen met passende doorstroom. Drinkt je baby hijgerig of verslikt hij zich, dan kan de doorstroom te snel zijn. Duurt het drinken erg lang, dan is de doorstroom mogelijk te traag.
-
Plan korte pauzes. Bij duidelijke onrust of hikken, onderbreek je even voor een boertje en ga je daarna verder. Vaak herstelt het ritme binnen enkele slokjes.
-
Houd na de voeding nog 10 tot 15 minuten rechtop. Dat helpt de melk in de maag te blijven en geeft lucht de kans om te ontsnappen.
Als je baby spuugt of niet wil boeren
Een klein mondje terug bij een boertje is normaal. Spuugt je baby grotere hoeveelheden, huilt hij veel rond voedingen of merk je dat groei en drinkmomenten achterblijven, bespreek dit dan. Soms is er sprake van gevoeligheid van de slokdarm of refluxklachten. Lees meer over signalen en wat je thuis kunt doen in dit artikel over wat is reflux bij baby.
Er zijn situaties waarin je laagdrempelig hulp inroept. Denk aan herhaaldelijk projectielbraken, groen of bloederig braaksel, sufheid, koorts of zichtbaar ongemak dat niet verbetert. Neem dan contact op met je huisarts of het consultatiebureau voor beoordeling. Vertrouw altijd op je oudergevoel.
Tot wanneer moet je je baby laten boeren
In de eerste maanden helpt boeren vaak het meest. Rond 4 tot 6 maanden zijn de slik en zuigcoördinatie beter en gaat de spijsvertering volwassenere patronen vertonen. Veel baby’s hoeven dan nog maar af en toe te boeren, bijvoorbeeld na een erg gulzige voeding of bij veel lachen tijdens het drinken. Zodra vaste voeding belangrijker wordt, neemt de noodzaak verder af.
Timing en ritme rond voedingen
Een voorspelbaar ritme geeft rust tijdens het voeden. Sommige baby’s hebben genoeg aan kort pauzeren halverwege en na afloop, anderen willen om de paar minuten even stoppen. Observeer het patroon van je baby en pas je aan. Als jij merkt dat er steeds langere pauzes ontstaan tussen voedingen, kan dat ook helpen om rustiger te drinken. Meer over langere voedpauzes lees je hier: wanneer 4 uur tussen voeding baby.
Uit de praktijk
Als kinderverpleegkundige en lactatiekundige in opleiding heb ik gemerkt dat de manier waarop je je handen gebruikt het verschil maakt. Een zachte, wiegende beweging met een kommetje hand op het midden van de rug werkt vaak beter dan stevig kloppen. Nog een kleine tip uit de praktijk. Als een boertje niet wil komen, zet dan een stap terug. Leg je baby even neer, tel rustig tot dertig en neem daarna dezelfde houding opnieuw aan. Juist dat mini momentje ontspanning geeft vaak net genoeg ruimte voor lucht om vrij te komen.
Veiligheid voorop
Schud je baby nooit en klop niet hard. Ondersteun altijd het hoofd en de nek, zeker in de eerste maanden. Kies een veilige, stabiele houding voor jezelf zodat je ontspannen blijft. Een ontspannen ouder helpt een baby sneller te ontspannen en dat maakt boeren eenvoudiger en prettiger voor jullie allebei.
Je baby laten boeren is geen ingewikkelde kunst, maar wel een kwestie van timing, rust en de juiste houding. Kies een van de drie veilige methodes, let op signalen van onrust en voorkom waar mogelijk extra lucht met een rustige drinktechniek. Onthoud dat niet elk kind na elke voeding hoeft te boeren en dat kleine mondjes terug erbij horen. Twijfel je of maak je je zorgen, neem dan contact op met je huisarts of het consultatiebureau. Jij kent je baby het best.
Hoe baby laten boeren als hij slaapt
Houd je baby rechtop tegen je aan met het hoofdje op je schouder en ondersteun nek en rug. Wrijf zachtjes of klop met een kommetje van je hand. Probeer het een paar minuten. Komt er geen boertje, leg je baby dan veilig neer en probeer het bij de volgende voeding opnieuw. Vaak komt het boertje vanzelf tijdens de slaap.
Hoe lang moet je proberen je baby te laten boeren
Meestal is enkele minuten voldoende. Geef je baby de kans om te ontspannen in een comfortabele houding en geef het lucht de tijd om op te stijgen. Lukt het niet binnen vijf minuten en is je baby rustig, dan hoef je niet langer door te gaan. Probeer het desnoods later nog eens kort.
Welke houding werkt het best om een baby te laten boeren
Dat verschilt per kind. Veel baby’s reageren goed op rechtop tegen de schouder, anderen op zittend op schoot met lichte vooroverbuiging of op de buik over de schoot. Belangrijker dan de naam van de houding is goede hoofdenek steun, een rustige beweging en zacht wrijven of kloppen met een kommetje hand.
Moet je een baby altijd boeren na elke voeding
Nee, niet altijd. Als drinken rustig verloopt en je baby geen onrust of hikjes laat zien, kan een boertje achterwege blijven. Merk je onrust of pauzes tijdens het drinken, probeer dan halverwege en na de voeding kort te boeren. Houd na de voeding nog even rechtop om de kans op spugen te verkleinen.
Wat als mijn baby veel spuugt bij het boeren
Kleine beetjes melk bij een boertje zijn normaal. Spuugt je baby grote hoeveelheden, huilt hij veel rond voedingen of groeit hij onvoldoende, bespreek dit met je huisarts of consultatiebureau. Let ook op de techniek. Speenmaat, fleshoek, rustig roeren in plaats van schudden en 10 tot 15 minuten rechtop na de voeding helpen om spugen te beperken.