Je bekijkt de eerste rompertjes en kleine sokjes en vraagt je af welke maat een pasgeboren baby echt nodig heeft. Logisch, want je wilt dat alles meteen goed zit zonder dat je te veel in huis haalt. In dit artikel leg ik helder uit welke maat je kiest bij de geboorte, hoe je thuis de juiste maat bepaalt en hoeveel setjes handig zijn. Ook deel ik praktische tips uit de praktijk over stoffen, laagjes en wat te doen bij snelle groeispurten.
De basis: welke maat draag je bij de geboorte
Bij pasgeboren baby’s bepaalt vooral de lengte de kledingmaat. De meeste baby’s starten in maat 50 of 56. Maat 50 zit vaak goed bij een lengte tot ongeveer 50 centimeter. Maat 56 past meestal tussen 50 en 56 centimeter en is ideaal als je kindje wat groter is of snel groeit. Voor prematuur geboren of extra kleine baby’s bestaat maat 44. Houd er rekening mee dat merken verschillend kunnen vallen en dat katoen na de eerste wasbeurt iets kan krimpen.
Snel overzicht per maat in de eerste maanden
Maat 44 is geschikt voor prematuur of heel kleine baby’s en wordt doorgaans kort gedragen. Maat 50 past vaak in de eerste een tot drie weken. Maat 56 is voor veel baby’s de veilige keuze voor de eerste maand tot soms twee maanden. Daarna schuiven veel kinderen door naar maat 62 die vaak tot maand drie of vier meegaat. Dit zijn gemiddelden. Ieder kind groeit op zijn eigen tempo.
Zo bepaal je zelf de juiste maat
Thuis meten geeft rust. Leg je baby op een vlakke ondergrond en meet van kruin tot hiel. Rond af op hele centimeters. Kom je uit rond 50 centimeter, start dan met maat 50 en leg ook iets in maat 56 klaar. Zit je op 52 of meer, kies dan vooral maat 56. Twijfel je tussen twee maten, ga dan voor de grootste. Dat zit comfortabeler, zeker met een romper en laagjes eronder. Let daarnaast op praktische details zoals rek in de stof, een overslagsluiting en nikkelvrije drukknopen. Die maken aan en uitkleden fijner voor jou en je baby.
Hoeveel setjes heb je echt nodig
Spuugvlekken en kleine lekkages horen erbij. Een compacte maar doordachte garderobe voorkomt stress. In de kraamweek werk ik zelf graag met een kleine rotatie zodat er altijd iets schoons klaar ligt terwijl de was draait.
Voor maat 50 is een start prettig met ongeveer drie tot vier rompers, drie overslagshirts of zachte truitjes, twee tot drie broekjes of leggings, drie paar sokjes en een mutsje voor de eerste dagen. Voor maat 56 kun je iets ruimer plannen omdat deze maat vaak langer meegaat. Denk aan vier tot zes rompers, vier shirts of overslagshirts, drie broekjes, drie paar sokjes en een comfortabel vest of jasje voor buiten.
Verwacht je een winterbaby, kies dan voor laagjes met zacht katoen en eventueel wolmix voor buiten. In de zomer volstaan luchtige katoenen setjes met korte of lange mouw afhankelijk van de kamertemperatuur en schaduw buiten. Koop jasjes of warme pakjes bij voorkeur een maatje groter zodat ze over andere laagjes passen zonder te knellen.
Stoffen en modellen die het prettigst zitten
Een pasgeboren huid is gevoelig. Biologisch katoen is zacht, ademend en eenvoudig te wassen. Ribstof en jersey met een beetje stretch geven net dat beetje extra ruimte tijdens het bewegen en bij het aan en uitkleden. Overslagrompers en overslagshirts zijn in de eerste weken een uitkomst omdat je niets over het hoofdje hoeft te trekken. Kies waar mogelijk voor soepele boordjes en platte naden en vermijd harde labels in de nek. Was nieuwe kleding een keer voor gebruik zodat de stof zachter aanvoelt en eventuele reststoffen verdwijnen.
Seizoen en laagjes slim combineren
Laagjes houden je baby comfortabel. Binnen werk je meestal met een romper en daarover een shirt of truitje. Voeg bij fris weer een vest toe. Voor buiten kies je een jasje dat voldoende ruimte laat voor de onderlaag. In warme maanden blijft luchtig katoen met lange mouw vaak prettig omdat het beschermt tegen zon en tocht. Twijfel je over slapen en laagjes, lees dan meer over de juiste slaapzakmaat en laagjesadvies in dit artikel over welke maat slaapzak baby.
Sokken, mutsjes en hoofdmaat
Een pasgeboren baby heeft meestal sokmaat 10 tot 12. Deze maat past vaak tot ongeveer drie maanden. Neem ook een paar in 13 tot 15 mee voor een plotselinge groeispurt. Mutsjes kies je op hoofdomtrek en pasvorm. Een aansluitend, rekbaar katoenen mutsje blijft beter zitten zonder af te knellen. Meet de hoofdomtrek net boven de oren of gebruik de leeftijdsindicatie bij het product als richtlijn. Kies bij voorkeur een mutsje met zachte rand en zonder harde naden.
Wanneer begin je met schoentjes
Voor pasgeboren baby’s volstaan sokjes en zachte slofjes. Echte schoenen worden pas relevant wanneer je kind gaat staan en lopen. Dan meet je de voetlengte en tel je een halve centimeter groeiruimte erbij. Wil je nu al weten hoe dat doorgaans doorloopt in het eerste jaar, bekijk dan ons praktische overzicht voor later in dit artikel over welke schoenmaat baby 1 jaar. Voor de eerste maanden is soepel en warm aan de voetjes voldoende.
Hoe lang past een baby een maat
In de praktijk zie ik vaak dat maat 50 kort gedragen wordt. Denk aan één tot drie weken afhankelijk van de geboorte lengte. Maat 56 blijft gemiddeld vier tot zes weken fijn zitten. Maat 62 rekt het vaakst tot maand drie of vier. Groeispurten en regeldagen kunnen dit tempo verhogen. Reken dus op snelle wissels in de eerste periode en leg de volgende maat alvast klaar zodat je niet hoeft te haasten wanneer iets ineens strak zit.
Handige tips om miskopen te voorkomen
Koop niet te veel van de allerkleinste maat. Twee tot drie leuke setjes voor foto’s is genoeg. Werk in neutrale kleuren die je makkelijk kunt combineren. Kies liever een maat groter dan te klein en let op het waslabel. Katoen kan nog iets krimpen, zeker in de droger. Houd rekening met seizoenen. Een dik winterpak in maat 56 is zonde voor een zomerbaby. Bewaar bonnen en check het retourbeleid, dan kun je wisselen als je baby anders groeit dan verwacht.
Twijfel je naast kleding over andere essentials voor de eerste weken, kijk dan ook naar deze overzichtspagina met uitzetadvies: wat heb je nodig voor een baby. Zo voorkom je dat je belangrijke basics mist.
Zo herken je een goede pasvorm
De schouders vallen mooi aan, er zit ruimte bij de buik en de romper sluit met gemak zonder te trekken. Mouwen horen de pols te bedekken zonder dat je handjes helemaal verdwijnen. Een broekje mag soepel meebewegen bij optillen en verschonen. Zie je rode afdrukken na het uitkleden, dan is het kledingstuk waarschijnlijk te strak. Merken verschillen in pasvorm. Als iets structureel klein of juist groot valt, noteer dat voor de volgende bestelling. Zo bouw je snel je eigen betrouwbaar maatgevoel op.
Kort samengevat kies je de maat van je pasgeboren baby op basis van lengte. Maat 50 of 56 is meestal de beste start en maat 44 is er voor kleintjes die prematuur zijn. Investeer in zachte stoffen, overslagmodellen en een paar complete setjes per maat. Koop niet te veel klein, leg de volgende maat klaar en werk met laagjes. Zo zit je baby comfortabel en ben jij op alles voorbereid.
Welke maat heeft een pasgeboren baby gemiddeld
De meeste pasgeboren baby’s starten in maat 50 of 56. Is je baby rond 50 centimeter, dan past maat 50 vaak goed voor de eerste weken. Ligt de lengte vanaf 52 centimeter of verwacht je een grotere baby, dan is maat 56 praktischer en gaat die wat langer mee. Prematuur of extra klein valt onder maat 44.
Hoe weet ik of ik maat 50 of 56 moet kopen
Gebruik de geboorte lengte als leidraad. Tot ongeveer 50 centimeter is maat 50 logisch. Tussen 50 en 56 centimeter zit je met maat 56 vaak beter. Twijfel je, kies dan de grootste van de twee. Dat zit comfortabeler met laagjes en geeft ruimte voor snel groeien zonder dat het slobbert.
Hoeveel kleding heeft een pasgeboren baby nodig in de eerste weken
Reken voor maat 50 op drie tot vier rompers, drie bovenstukjes, twee tot drie broekjes, drie paar sokjes en een mutsje. Voor maat 56 breid je dit uit naar vier tot zes rompers, vier bovenstukjes, drie broekjes en een vest of jasje. Zo heb je altijd schone setjes terwijl de was draait.
Welke sokmaat en hoofdmaat horen bij een pasgeboren baby
Een pasgeboren baby draagt meestal sokmaat 10 tot 12. Neem ook een paar in 13 tot 15 mee voor een groeispurt. Voor mutsjes kijk je naar hoofdomtrek en pasvorm. Een rekbaar katoenen mutsje dat zacht aansluit zonder afdrukken is ideaal. Meet net boven de oren of gebruik de leeftijdsindicatie als richtlijn.
Hoe lang blijft een baby in dezelfde maat
Dat verschilt per kind. Maat 50 wordt vaak één tot drie weken gedragen. Maat 56 blijft meestal vier tot zes weken goed, waarna veel baby’s naar maat 62 gaan die tot maand drie of vier past. Leg de volgende maat alvast klaar, want tijdens groeispurten kan kleding ineens strak zitten.
